bouwakoestiek
In het Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl) zijn technische bouwvoorschriften uit het oogpunt van gezondheid opgenomen, op het gebied van veiligheid, gezondheid, bruikbaarheid, energiezuinigheid en milieu waaraan een gebouw moet voldoen. Voor een hoog comfort kunnen daarnaast aanvullende eisen worden gesteld.
Om te waarborgen dat de eisen worden behaald worden in het bouwkundig bestek meetverplichtingen opgelegd met als doel aan te tonen dat bij de oplevering aan de gestelde eisen wordt voldaan. Nadere informatie over de geluidmetingen is opgenomen onder de volgende bullets:
In het kader van de oplevering van bouwprojecten kunnen wij de geluidmetingen voor u uitvoeren en overzichtelijk rapporteren. De metingen en berekeningen worden verricht overeenkomstig de NEN 5077.
Luchtgeluid
Van luchtgeluid spreekt men wanneer de lucht, door een geluidbron, in trilling wordt gezet (bijvoorbeeld door de menselijke stem).
Voor het vaststellen van de luchtgeluidisolatie van een scheidingsconstructie wordt in één van de aangrenzende ruimten een hoog geluidniveau (roze) ruis geproduceerd. Vervolgens wordt het geluidniveau (per frequentieband) in de zendruimte en de aangrenzende ruimte gemeten.
Aan de hand van de meetgegevens, afmetingen van de scheidingswand en de nagalmtijd, wordt de (karakteristieke) isolatiewaarde DnT;A,k vastgesteld. Een hogere waarde van de DnT;A,k betekent een betere bescherming tegen geluid.
In het kader van de oplevering van bouwprojecten kunnen wij de geluidmetingen en berekeningen voor u uitvoeren en overzichtelijk rapporteren. De metingen worden verricht overeenkomstig de NEN 5077.
Contactgeluid
Van contactgeluid spreekt men wanneer de constructie rechtstreeks in trilling wordt gebracht (bijvoorbeeld loopgeluiden, een dichtslaande deur). Bij het gebruik van harde vloerafwerking (parket, tegels e.d.) komt het probleem van geluidhinder door contactgeluiden regelmatig voor. Iedereen herkent deze situaties van “De Rijdende Rechter”. In de reglementen van woningbouwverenigingen en VVE’s staat vaak daarom aangegeven dat een (gecertificeerde) ondervloer met een minimale demping van 10 dB dient te worden toegepast.
Voor het vaststellen van de contactgeluidisolatie van een scheidingsconstructie wordt gebruik gemaakt van een contactgeluidgenerator, ook wel hamerapparaat genoemd. Deze machine hammert op een nauwkeurig vastgestelde en reproduceerbare wijze, in de aangrenzende woning of ruimte, op de vloer. Vervolgens wordt het geluidniveau (per frequentieband) in de aangrenzende ruimte gemeten.
Aan de hand van de meetgegevens en de nagalmtijd wordt het A-gewogen contactgeluidniveau LnT;A vastgesteld. Een lagere waarde van de LnT;A betekent een betere bescherming tegen contactgeluid.
In het kader van de oplevering van bouwprojecten kunnen wij de geluidmetingen en berekeningen voor u uitvoeren en overzichtelijk rapporteren. De metingen worden verricht overeenkomstig de NEN 5077.
Geluidwering van de gevel
Bij de geluidwering van de gevel gaat het ook om luchtgeluid. Hier gaat echter in tegenstelling tot de isolatiewaarde tussen twee ruimten om de scheiding tussen een verblijfsgebied en geluid in de buitenlucht (bijvoorbeeld weg- en railverkeerslawaai, industrielawaai e.d).
Voor het vaststellen van de geluidwering van de gevel wordt de gevel aan de buitenzijde aangestraald met een hoog geluidniveau (roze) ruis. Vervolgens wordt het geluidniveau (per frequentieband) voor de gevel en in de aangrenzende ruimte gemeten.
Aan de hand van de meetgegevens, afmetingen van de gevel en de nagalmtijd, wordt de (karakteristieke) isolatiewaarde GA,k vastgesteld. Een hogere waarde van de GA,k betekent een betere bescherming tegen geluid.
In het kader van de oplevering van bouwprojecten kunnen wij de geluidmetingen en berekeningen voor u uitvoeren en overzichtelijk rapporteren. De metingen worden verricht overeenkomstig de NEN 5077.
Installatiegeluid
Bij installatiegeluid wordt er geen onderscheid gemaakt tussen lucht- en contactgeluid.
In het Bbl wordt onder installaties verstaan: een toilet met waterspoeling, een kraan, een mechanisch ventilatiesysteem, een warmwatertoestel, een installatie voor het verhogen van waterdruk of een lift. Het karakteristieke installatie-geluidsniveau mag conform het Bbl niet meer zijn dan 30 dB.
Voor het vaststellen van het installatiegeluidniveau wordt de installatie ingeschakeld op de minimaal benodigde stand. Voor een mechanisch ventilatiesysteem betekent dit alle ventilatie voorzieningen die zijn aangebracht in een zodanige stand worden ingeschakeld dat aan de ventilatienorm wordt voldaan.
Het geluidniveau (per frequentieband) wordt in de (diverse) verblijfsruimten gemeten. Tevens zullen voor de correctie, van aanwezig achtergrond- of stoorgeluid geluidmetingen, plaatsvinden waarbij de installatie volledig is uitgeschakeld.
Aan de hand van de meetgegevens, afmetingen van de ruimte en de nagalmtijd, wordt het A-gewogen karakteristieke installatie-geluidniveau LiA,k vastgesteld. Een lagere waarde van de LiA,k betekent een betere bescherming tegen installatiegeluid.
In het kader van de oplevering van bouwprojecten kunnen wij de geluidmetingen en berekeningen voor u uitvoeren en overzichtelijk rapporteren. De metingen worden verricht overeenkomstig de NEN 5077.
Ruimte akoestiek (nagalmtijd)
Indien in een ruimte de akoestiek als onaangenaam wordt ervaren is dit vaak een gebrek aan voldoende absorptie materiaal. Door het verrichten van nagalmtijdmetingen (T60 in sec.) en aanvullende berekeningen kan nauwkeurig bepaald worden met welke bouwkundige maatregelen de nagalmtijd naar een acceptabel niveau voor het gebruik van een dergelijke ruimte kan worden teruggebracht.
In het Bbl worden uitsluitend eisen gesteld aan de geluidabsorptie, om galm te beperken, in een gemeenschappelijke verkeersruimte van een te bouwen woongebouw. Hoewel er dus geen verplichting is voor overige functies, is de nagalmtijd voor spraakverstaanbaarheid, geluidhinder en muziek van groot belang. De activiteiten in een ruimte bepalen welke nagalmtijd voor die ruimte het beste is. Zo is er voor een studieruimte een andere akoestiek gewenst dan in een concertzaal. Er bestaan diverse richtlijnen zoals de PvE “Frisse Scholen” opgesteld door het Ministerie van Binnenlandse zaken en Koninkrijksrelaties en de norm nagalmtijden en achtergrondgeluidniveau in overdekte sportaccommodaties (ISA-US1-BF1), die is opgesteld door de normcommissie Overdekte Multidisciplinaire Sportaccommodaties van het NOC*NSF.
Wij meten nagalmtijd (per frequentieband) met de ruisgenerator van Bruël & Kjær 4224 (onderbroken ruis methode) en een type 1 geluidmeter van Bruël & Kjær 2250. Afhankelijk van de grootte, inrichting en vorm worden er in een ruimte op meerdere ontvangstposities metingen verricht.
Wij maken inzichtelijk met welke bouwkundige maatregelen de nagalmtijd naar een acceptabel niveau voor het gebruik van een dergelijke ruimte kan worden teruggebracht. Hierbij berekenen wij de hoeveelheid aan te brengen absorptiemateriaal (aantal m2) en het soort (dikte) van het materiaal.